Plaatje advertentie werkende vrouw, aan tafel zittend achter een computer, ietwat verstoord omkijkend

De tekst bij de vrouw luidt: (het computermerk is vervangen door 'Bliep' - per slot van rekening sponsort de fabrikant mij niet...)

'Ik en m'n Bliep. Ik ben een perfectioniste. Dat geldt natuurlijk in eerste instantie voor m'n werk, maar ook in mijn privé-leven voel ik mij pas prettig als ik zeker weet dat alles precies zo loopt als ik het heb gepland. Dat betekent wel dat je zo efficiënt mogelijk je tijd moet indelen, want ook in mijn vrije tijd heb ik genoeg te doen. Daarom heb ik mijn Bliep. Net zo flexibel, veelzijdig en efficiënt als ik zelf wil zijn. En dat lukt prima. Want wat ik ook wil, met Bliep lukt het gewoon. Ook al laat ik me daarbij vaak sturen door mijn intuïtie. Het leuke is dat m'n Bliep dat feilloos aanvoelt. Ja, samen maken we het wel.'

Plaatje nonchalant op de bank hangende man, notebook half op schoot

De tekst bij de man (nonchalant hangend op de bank:)

'Ik en m'n Bliep. Ik hoef niet perse achter m'n bureau te zitten om m'n werk goed te kunnen doen. Daar zijn we het gelukkig allebei over eens.
(NB: 'we', 'allebei' - hij heeft het hier over zijn Bliep - MvdB) Sterker nog, het heeft voor ons eigenlijk alleen maar voordelen dat we overal waar we maar willen meteen aan de slag kunnen. Ook in onze spaarzame vrije tijd. Als we dan nog eens zwaar aan de studie moeten. Ik heb dan wel eens de neiging om in mijn enthousiasme te snel te willen. Puur op gevoel. Gelukkig houdt m'n Bliep dan alles keurig op de rit. Ja, samen komen we er wel.'


Zie hoe persoonlijk de PC is geworden: of het nu gaat om vrouwelijke efficiëntie en intuïtie of mannelijk enthousiasme en gevoel - je eigen PC sluit daar op aan.
Flexibel en veelzijdig moeten ze allebei zijn, maar de vrouw houdt duidelijk een zekere afstand tot haar computer. Deze is vooral een hulpmiddel om efficiënt te werken en te plannen. Ze plant zichzelf voortdurend in stukjes, en maakt daarbij strikt onderscheid tussen werk, privé en vrije tijd. Ze wil vooral dat alles loopt zoals gepland, ze wil greep op de opgedeelde stukjes. De computer lijkt daarin op haar, en is daarom zo functioneel voor haar opdelingsobsessie.
De man daarentegen is volledig vergroeid met z'n Bliep. Hij heeft er echt een relatie mee, het lijkt wel of hij ermee praat: 'we zijn het eens'. Hij heeft absoluut geen opdelingsobsessie, hij wil gewoon overal aan de slag kunnen. Hands-on! Hij wil in zijn enthousiasme wel eens te snel, maar zijn Bliep houdt hem in toom. Als een goede vriend.

Wonderlijk. Vrouwelijk is hier: zakelijk en praktisch; het apparaat is dienstbaar en moet het gewoon doen. Mannelijk is: onderzoekend, nonchalant, werkend dan wel spelend zoals het hem voor de voeten komt.
Misschien verklaart dat ook die zogenaamde 'angst voor techniek' van vrouwen, die houding van: 'Ik ga er niet zomaar aan zitten, als ik niet precies weet hoe het werkt, stel je voor dat er iets fout gaat...' Want als er iets fout gaat, is het vast hún schuld - ze zijn immers aan het werk en de apparaten horen gewoon dienstbaar te zijn.
Hoe anders is de houding van de meeste jongens en mannen. Als er iets fout gaat, hoort dat bij de dynamiek ervan. Het kan liggen aan het apparaat of aan een verkeerde handeling, een verkeerde zet in het spel. Maar dat geeft niks, want het spel is nog niet afgelopen: de volgende zet is het probleem oplossen, hands-on.
Kortom, vrouwen hebben geen angst voor techniek, vrouwen hebben hoogstens een angst om te spelen en te puzzelen.

Het rommelige Internet is al helemaal zo'n weerbarstig ding met een complete mythologie van cowboys en het Wilde Westen, een wereld die mannen en jongens hands-on, handen aan de teugels, verkennen en al spelend uitbouwen. Vrouwen hebben eerder de neiging om hun armen over elkaar te leggen en eerst een heleboel te willen weten: 'O ja, waar dient dat dan voor? Wat heb ik daaraan? Wat gebeurt er dan?' (Voor de antwoorden op die vragen: zie Internet-ABC voor vrouwen). Pas daarna gaan ze eventueel met hun vingers aan de knoppen zitten.

Althans, als ze het zich kunnen permitteren. Want vrouwen hebben nog altijd genoeg andere dingen aan hun hoofd: de niet zelden vierdubbele salto van de combinatie van werk, kinderen, huis en sociale omgeving. Geen wonder dat ze een planningsobsessie hebben. Even een telefoontje naar je moeder, een verjaardagskaart naar een vriendin, de badkamer kan wel een sopje gebruiken, de notulen van de bewonersvergadering liggen nog te wachten, evenals de stapel Groene Amsterdammers, bij oma ben je al een maand lang niet geweest, is het alweer tijd om de kinderen uit school te halen, o ja, die boeken moeten vandaag echt terug naar de bibliotheek, etcetera.
En intussen zit je haar ook al niet meer.

Natuurlijk, niet iedereen heeft kinderen of een badkamer, maar toch. Je snapt eigenlijk niet hoe zo veel mannen en jongens het zich kunnen permitteren om tot diep in de nacht met de computer te spelen en over het Internet te surfen. (Wellicht hebben ze een vrouw of een moeder die op dat moment uitgeput in bed ligt?)

Nee, vrouwen zijn niet bang voor techniek; ze zijn bang om hun tijd te verdoen. En inderdaad, het Internet kost tijd. Maar je kunt er ook tijd mee winnen. Zonder dat er socialiteit verloren hoeft te gaan. Zou het niet leuk zijn als je oma en je moeder e- mail had en je die maand al een paar keer berichten met ze had uitgewisseld?
En warempel, al werkend en plannend met de computer leren vrouwen ook weer een beetje spelen. Want het zijn vrouwen die bijvoorbeeld de Barbie -pagina's op het net brengen. En daar zag ik haar wel met een computer, hands-on! En trouwens ook als rock 'n' roll- sletje, als terroriste en als feminist met een spandoek waarop ze wis- en natuurkunde eiste.