Stelling
4:
Tankgirl belichaamt een
gewijzigde verhouding tot de techniek.
Tankgirl gebruikt gewoon alles om zich heen: of dat nu een tank is, een computer, een krakkemikkige waterzuiveringsinstallatie of een wapen. Met fraaie en nuttige combinaties: een van de dodelijke wapens destilleert bijvoorbeeld meteen drinkwater uit het slachttoffer.
Kortom, waar Barbie ons de mentale revolutie bracht van het spelen
met identiteiten, zorgt Tankgirl voor de materiële
revolutie: het hands-on omgaan met de techniek, de apparaten en het
schroot om ons heen.
Een omgang zie zowel creatief als praktisch is. In het geval
van Tankgirl zelfs noodzakelijk om te overleven. En misschien
kunnen we ook daar wel een metaforisch lesje uit trekken, net
zoals uit de geschiedenis van Barbie.
Hedendaags overleven impliceert hier in het Westen een
dagelijkse omgang met allerlei technologie, apparaten en
media.
Nu zit daar een heleboel hype bij. De voortdurende suggestie is dat je de boot niet mag missen: video, cd-rom, Windows 95, Internet. Trap er niet in. Alleen
fabrikanten kunnen een technologieboot missen, als ze een
produkt op de markt brengen dat niet aanslaat.
Er gaat geen superdeluxe boot naar het paradijs, er zijn
slechts een heleboel losse eindjes technologie. Eindjes die
we zelf aan elkaar moeten zien te knopen, willen we enige
zeggenschap hebben over de inrichting van de wereld.
Dat geldt zeker voor het Internet. Op het Internet wordt zo
langzamerhand een parallele wereld gecreëerd, en die
parallele wereld krijgt steeds meer invloed op onze dagelijkse leefwereld.
Ik denk dat binnen tien jaar de vraag 'wat is je
e-mail-adres' net zo gewoon is als de vraag 'wat is je telefoonnummer'. Er
zal digitaal geld en
digitale Net-betaling komen, naast of misschien wel in plaats
van giraal geld. Reizen boeken, verzekeringen afsluiten,
advies vragen aan een deskundige - steeds vaker kunnen zulke
dingen ook via het Internet. En het Net zal een
informatiebron worden naast krant en tv, of het nu gaat om ANWB-informatie, de VN-
vrouwenconferentie te Beijing of de plannen voor de
buurtrenovatie.
Dat alles heeft enorme consequenties
voor de werkgelegenheid en het soort werk dat gedaan moet
worden, voor de politiek, voor de omgangsvormen, voor de
sociale cultuur.
Maar ook dat Internet bestaat voornamelijk uit losse
eindjes. Het is bepaald geen glad en gelikt netwerk - ondanks
alle professionele informatie die er te vinden is, ondanks de
snelle communicatiemogelijkheden. Het hapert nog wel eens,
het bestaat uit instabiele draadjes en wispelturige
datapakketjes, het is nog lang niet echt gebruikersvriendelijk (al komt het een
heel end in de richting met de Web-pagina's). Het is
voortdurend in aanleg en revisie, het is rommelig,
veranderlijk, instabiel, anarchistisch, nog altijd een beetje
het Wilde Westen.
En dat kunnen we leren van Tankgirl: hoe we met lef en
creativiteit kunnen omgaan met schroot, rommel en
technologie.
Tankgirl is kortom een cyborg. Een politieke verzetsfiguur die vergroeit is met de technologie. Wie meer heeft met CYBORGS dan met vrouwen kan hier afbuigen (al kom je dan nog steeds gehackte vrouwbeelden tegen...)
En wat computers en Internet betreft hoeven we niet eens zo
heel ruig in de weer te gaan met soldeerbouten of
laserstralen. Want het Internet is voor een groot deel eerder
taal dan techniek.
Beter gezegd: het Internet bevindt zich momenteel op de
overgang tussen techniek en taal. Het is techniek voor zover
er aan wordt geknutseld en gerepareerd. En dat zal nog wel
een poos zo blijven. Maar je hoeft geen computer wizzkid of -
hobbyist meer te zijn om ermee te kunnen omgaan. Het is
vooral een kwestie van een taal leren. En bestond er naast het
cliché dat techniek niks voor vrouwen is niet een
ander cliché, over taal en vrouwen?
Natuurlijk zijn ze er nog, de clichees, de klassieke vrouwbeelden. Ook op het Internet. 't Is net de echte wereld.